Als het op het Groninger platteland in vroeger eeuwen onrustig was, konden de rijken zich terugtrekken in hun steenhuis, een vierkante versterkte toren van steen, op de wierde. Bakstenen waren alleen voor de welgestelden. Het steenhuis werd, toen de verdedigingsfunctie niet meer van belang was, uitgebouwd tot een groter huis, de borg. Hans Kosmeier van Borg Verhildersum in Leens heeft zich verdiept in de bouwgeschiedenis van deze borg. De verschillende stenen die gebruikt zijn in het gebouw vindt hij terug in de kelder. De zware kloostermop is al rond 1100 door monniken geïntroduceerd, later bakte men handzamer stenen als de rozewinkelmop, de ijsselsteen en de Groninger handvormsteen. In de achtergevel van de borg zijn al deze stenen, en dus ook de bouwgeschiedenis, terug te vinden.